maandag 6 juli 2015

Maandag 6 juli: via Whidbey Island naar Everett

Het einddoel van deze dag is omgeving Everett. Hier moeten we dinsdag de RV inleveren. Het plan is om op ons gemak en via een toeristische omweg hierna toe te gaan. Bij Port Townsend pakken we we ferry naar Whidbey Island en dan via Anacortes de Interstate 5 naar Everett.
Omdat het maar een 100 mijl is doen we het s'morgens rustig aan. Op ons gemak ontbijten en koffiedrinken voordat we van deze mooie plek wegrijden. Op Bainbridge Island staan prachtige huizen, veelal gelegen in een bosachtige omgeving en soms met uitzicht op het water. Met een beetje mazzel kan je rond de eilanden orka's zien zwemmen. Dat geluk hebben we ditmaal niet.
We hebben wel 20 minuten voor een open brug gestaan om 2 kleine marineschepen te laten passeren. Op de weg naar Port Townsend krijgen we welk een andere “verrassing” te verwerken: Opeens zien we op een paar meter voor de auto een mountain lion, ook wel cougar genoemd, verschijnen. Dit panterachtig dier moet vanaf de rechterkant de weg opgesprongen zijn. Allebei zien we de kop van de moution lion heel duidelijk voor de motorkap. Het gaat zo snel dat Kees geen tijd heeft om te remmen. We horen een doffe klap en beseffen dat we het dier geraakt moeten hebben. Kees ziet in zijn linker buitenspiegel stukken spatbord en plastic over de weg slingeren maar ziet nu ook dat een tegenligger (personenauto) ook de berm in gaat met zijn alarmlichten uit. Wij zetten zo snel als mogelijk de RV aan de kant en zien tot onze verbazing geen schade aan onze auto. Dus moet de schade wel van de tegenligger zijn. Met het fototoestel in de hand lopen we naar de andere bestuurder toe, in de verwachting dat er een gewond of dood dier op de weg moet liggen. Dat blijkt niet het geval te zijn. De bestuurder zag ook in een flits de moutain lion voor zijn auto verschijnen en heeft hem dus wel geraakt maar het dier moet nog kans gezien hebben om met een grote sprong de ruim 3 meter hoge berm (de weg liep langs een beboste heuvel) in te springen. Spoorloos verdwenen dus we weten niet hoe gewond het dier was. Bij de verschillende visitors centra hebben we foto's en beschrijvingen gezien van het dier waarruit bleek dat het een schuw dier is dat zich zelden laat spotten. Het is een gevaarlijk roofdier dat onder andere herten op zijn menu heeft staan. Ook de andere bestuurder had direct gezien dat het een mountain lion was. Dus geen enkele twijfel.
Helaas geen fotobewijs, maar om indruk te krijgen wat wij in 1 seconde voorbij zagen komen, is een foto van internet toegevoegd.
Wat een shake moment zeg! En eigenlijk ook wel blij dat we hem toch gemist hebben, of misschien tot een tik gegeven maar in ieder geval geen schade. Wel zonde dat zo'n dier nu misschien ergens in het bos ligt te creperen van de pijn.
Bij Port Townsend hebben we tijd om even op adem te komen. De boot is net vol als wij aankomen en we verkorten het wachten met een kop koffie en een boterham. Om 13 uur zijn we aan de overkant op het eiland Whidbey. Bij de ferry hadden we een infobord gezien dat er op het eiland zo'n 60 paren bald eagles zitten. We hadden nog geen halve mijl gereden of Hetty ziet op een paal een grote vogel zitten met een witte kop en gele snavel: the eagle. We zetten de RV direct aan de kant( veilig op een parkeerplaats natuurlijk) en lopen voorzichtig richting de vogel, steeds een foto makend. Omdat we te dichtbij komen vliegt hij op en landt even verderop weer op een houten paal. Dit weten we goed vast te leggen. Whouw.... wat een dag zeg!
Al toerend vinden we dat deze omgeving veel weg heeft Denemarken. Het ziet er allemaal erg verzorgd uit (in tegenstelling tot dat we op het platteland van diverse staten gezien hebben) en de afwisseling van de baaien met de groene beboste heuvels, kleinschalige akkerbouw, prachtige huizen , maken het dat het met plezier toeren is door deze streek. Niet indrukwekkend zoals de diverse nationale parken die we bezocht hebben, maar wel een streek waar wij ons in thuis voelen. Dit zou ook een prima zeilgebied zijn, hoppend van het ene eiland naar het andere en dan nog een orka spotten.

Het laatste stuk over de Interstate 5 is kort gezegd saai maar schiet wel op. Al met al is de middag al ver gevorderd en we moeten nog een camping op zoeken. Dat doen we zoals we wel vaker gedaan hebben deze vakantie bij een Mac Donalds onder het genot van een ijsje en milkshake. Nu blijkt er in Everett direct naast de Cruise America RV verhuurder een RV-park te zitten. Dus gaan we die opzoeken. Er blijkt nog 1 plek over te zijn maar dat is wel een erg klein plekje. Voor de ene nacht zitten we daar niet mee. Stilzitten is er deze avond ook niet bij want we moeten de wagen uitmesten, schoonmaken en de koffers pakken.








Zondag 5 juli: Seattle

Het einde van onze vakantie komt al in zicht. Voor vandaag staat er een bezoekje aan Seattle op het programma. Om niet met de RV in de stad te verzeilen, kiezen we er voor om de ferry te nemen vanaf Bainbridge Island. Op dit eiland ligt in het noordoosten het Fay Bainbridge Park waarop ook enkele kampeerplaatsen zijn op basis van first come – first serve. Daarom gaan we eerst een plekje claimen. Het bordje Full hangt er nog maar diverse gasten zijn al aan het opruimen en we hebben dus een plekje voor die avond. Na de koffie rijden we naar de ferry, waar een groot parkeerterrein gelegen is voor iedereen die de auto aan deze kant wilt laten staan. Dit is alleen betaald parkeren en aangezien we met de RV 2 plekjes in beslag nemen, betekent dit 2 maal $12 dokken in een automaat. Dat hebben we er op zich wel voorover, maar je moet hier met gepaste biljetten betalen. En laten we nu voornamelijk 20 dollar biljetten hebben en nog maar een enkele 1 dollar biljet. Dus dat wordt eerst wisselen. Echter een particulier terrein naast de parking biedt P-plaatsen aan voor 8 dollar. We besluiten hier voor te gaan. Het geld moet nu in een envelop gestopt worden waarop je je kenteken schrijft, en dat wordt gedeponeerd in een brievenbus van een huis waar niemand aanwezig is. We stoppen er dan maar 1 biljet van $20 in en zien na afloop wel hoe we het wisselgeld krijgen. Beetje raar, want je hebt geen ontvangstbewijs of iets dergelijks,maar aangezien de ferry op punt van vertrekken staat en we geen zin hebben 50 minuten te wachten op een volgende laten we het maar zo. We zijn de laatsten die aan boord gaan zonder dat je een kaartje hoeft te kopen als voetganger. Dat is een mooie compensatie voor het parkeergeld. Het is zo'n 35 minuten varen en dan wordt je in downtown Seattle afgeleverd. Het lijkt wel de oude enkeldekker van Texel wel. Hetty wordt weer helemaal blij. Om 12 uur lopen we de boot af. Het is al behoorlijk warm dan. Eerst gaan we richting Pioneer Square waar nog gebouwen staan van begin 1900. Wat ons opvalt is de grote hoeveelheid zwervers die hier liggen/zitten/rondzwerven. Niet dat je er last van hebt (hoewel, op sommige plekken is de urinelucht duidelijk aanwezig) maar een gezellig beeld is anders. We lopen door naar China Town, een vervallen tempelpoort doet lijken op China Town van San Fransisco. Maar daar blijft het dan ook bij. De sfeer die er in San Fransisco is, is hier ver te zoeken. We lopen vervolgens naar de bibliotheek die door Rem Koolhaas ontworpen is. Het gebouw is gelukkig open op zondag, en we gaan in de leeszaal even lekker afkoelen en de snelheid van het internet beproeven. Dat is hier uitmuntend. We gaan hierna lekker op ons gemak lunchen aan de pier bij een oester en visrestaurant. Kees gaat voor 3 verschillende oesters (op de kaart stonden er 12) en wilde Alaska zalm bereid op de plank. Hetty kiest voor parpadella (pasta) met schelpen (sorry, naam vergeten). We zaten lekker buiten in de schaduw van een parasol maar wel met een afkoelende zeebries, met uitzicht op de ferryterminal. Dit was genieten, zowel van het eten (incl glaasje witte wijn) alsmede de ambiance. Hierna slenteren we verder langs de pier/boulevard op weg naar Pike market, de bekende “boeren”markt van Seattle. Nu merken we pas hoe heet het geworden is. Dat maakt het wandelen er niet makkelijker op. Zeker niet als je de steile straten haaks op de pier op moet. Dit lijkt overigens wel weer op San Fransisco. Op de overdekte markt is het druk. Voor de prijs hoef je hier niet te zijn. De vis, maar ook de groente wordt duur betaald (bosje wortelen, ca 10 stuks, $4). De vermoeidheid slaat toe en we besluiten om maar terug te lopen naar de ferry terminal. Met 30 gr is een stad bezoeken geen pretje. We missen net de boot dus wordt het wachten op de volgende. Nu zien we wel poortjes waar we door moeten en het blijkt dat je vanaf deze kant wel moet betalen als voetganger (het lijkt Texel wel). Op het dek van de boot koelen we lekker af. Het gezicht op Seattle is nu mooier dan op de heenweg. Maar het is nog steeds niet helder. De ruim 4000 m hoge vulkaan Mount Rainier laat zich niet zien. De volgende dag horen we tijdens een ontmoeting met een vrouw wat de reden was van het onheldere zicht: rook van bosbranden in Canada (Vancouver Island).
Terug bij de parking worden we blij verrast: onder de ruitenwisser zit de envelop die we ingeleverd hebben met $12 wisselgeld. Met uitzicht over de baai hebben we een rustige avond. We stoken het hout op wat andere gasten hebben laten liggen en gaan ook langzamerhand onze proviandrestjes opmaken. Buiten koelt het lekker af dus dat wordt straks lekker slapen (afgezien van de rooklucht binnen, afkomstig van ons vuurtje dat naast de RV brandde)